Vaak schiet het onderwerp voor een blog zomaar vanzelf in mijn hoofd. Of er is een bijzondere aanleiding voor, zoals bij de spannende scans vorige maand – dan vloeien de woorden zo uit mijn pen. Maar soms is dat gewoon niet het geval en weet ik niet zo goed wat ik aan het thuisfront kwijt wil.
We denken vaak aan Nederland en de mensen thuis, en weten dat dat andersom ook zo is. We willen jullie ook graag op de hoogte houden van ons wel en wee, maar soms weet ik gewoon niet wat ik op zal schrijven. Want is ons leventje hier wel interessant genoeg om weer een hele pagina over vol te pennen?
En wat zal ik dan vertellen? Dat Yasmin en Noa allebei een mooi rapport hadden en dat we daar heel trots op zijn? Gegeven het feit dat ze allebei nog nauwelijks Engels spraken of verstonden toen we hier kwamen, vinden we dat een hele prestatie.
Of dat Jules zo lekker opgeknapt is van die vervelende gordelroos en er zó goed uitziet dat alleen zijn sonde en centrale lijn verraden dat het hier gaat om een kindje met kanker? Ook daar worden we blij en trots van – zijn vermogen om dapper door te zetten ondanks alle tegenslagen die hij op zijn weg tegenkomt, kunnen we zelf nog wat van leren.
Want ons gemoed is net als het weer; soms schijnt de zon en kunnen we de hele wereld aan. Dan proosten we op goede uitslagen of drinken we een kop koffie in de vroege lentezon en zijn intens gelukkig. Maar soms is alles alleen maar grijs en hebben we nergens zin in. Vervelen we ons in plaats van te genieten van de tijd met ons gezin en is het verlangen naar huis te groot om al het moois in Amerika goed in ons op te nemen.
Dat we kort voor Pasen twee gezinnen van lotgenootjes hebben uitgezwaaid, maakt het niet gemakkelijker. Nadat we de laatste tijd wat vaker contact hadden, een hapje gingen eten met de moeders en zelfs een gezellige kinderverjaardag gezamenlijk vierden, is gemis pijnlijk duidelijk. Zij zijn terug naar huis, terug naar hun eigen leven en wij moeten de klus hier nog klaren.
Gelukkig gebeurt er altijd wel iets wat de boel weer in perspectief zet. In de ouderkamer van het ziekenhuis spreek ik een moeder uit Koeweit – ze vertelt dat ze al drie jaar in Philadelphia is met haar dochter, die hier behandeld wordt voor leukemie. Haar andere kinderen en familieleden reizen op een neer, maar moeder en dochter zijn in drie jaar tijd niet thuis geweest.
Acuut ben ik genezen van mijn zelfmedelijden; vier maanden van huis en nog drie te gaan is absoluut te overzien. We zitten aan de goede kant van de helft – op naar het laatste deel van kuur 4, een mooie lente en de laatste maanden in Philadelphia!